De zachte bedding

De kom waarin het water stroomt
de vorm van de rivier
ook wij hebben zo’n plek in ons
die rust schenkt aan verdriet

verdriet is als een dwalend kind
de stroming sleurt haar mee
met golven hoog als achtbanen
begrijpt ze niet waarheen

je hart kan echter moeder zijn
en vader tegelijk
je roept dat bange kind bij naam
sust dat je het bevrijdt

je reikt verdriet een grote tak
en trekt haar op het droge
de handdoek doet haar glimlachen
die lichtjes in haar ogen

verdriet vraagt of je er nog bent
wanneer ze weer passeert
je zegt dat ze gerust mag zijn
je hebt de weg geleerd

zo komen veel emoties langs
stroomafwaarts zonder kaart
tot jij hen op de oever trekt
de bedding van je hart