Alleen op reis

1 maart 2023, Aljezur, Portugal. Ik vlei me met mijn zwarte T-shirt tegen een witte muur om de eerste lentewarmte te absorberen. Zo een die nét iets warmer is als bij ons. Een warmte die je lichaam doet verslappen en ontspannen, omdat het even niet moet werken tegen de kou. Voor het eerst sinds lang ben ik nog eens alleen op reis. Heerlijk. En ook al doen meer en meer mensen het, voor evenveel anderen blijft het een ongemakkelijke brug te ver. Daarom toch even deze blog. Om misschien enkele twijfelaars over de streep te trekken...

Waarom?

De eerste keer dat ik alleen op reis vertrok, was in 2008, nu 15 jaar geleden. Ik bevond me in het (uitgestelde) rouwproces rond mijn moeder, was net ontslagen, en had tijd. Ook al vond ik het spannend, ik voelde dat het me wel deugd zou doen om andere horizonten op te zoeken. Ik boekte een korte citytrip naar Lissabon (ja, Portugal ;)) en suste me met de gedachte dat, als ik echt mijn draai niet zou vinden, ik altijd op mijn kamer kon blijven zitten en boeken lezen. Maar het draaide al snel heel anders uit...

Ik begon de stad te ontdekken. En mezelf. Ik merkte dat ik het leuk vond om de verschillende buurten op te zoeken, veel te wandelen, met mijn snoet in de zon te zitten en mensen te kijken, en vooral ook, om me zo vrij te voelen ! Het was de eerste keer dat ik niet met iemand hoefde te overleggen over rechts of links, wat en hoe. Ik ervoer hoe energiebesparend dat voor me was. Elk moment kon ik beslissen. En zo werd elke dag, die met een lege agenda begon, heel organisch telkens een goed gevuld programma.

Het allerspannendste, dat weet ik nog goed, was de eerste avond alleen gaan eten. Ik was zo bang om ergens binnen te gaan dat ik uren voor de deur van een restaurant bleef dralen. Alsof het toeval me een handje hielp, kwam er na een tijdje nog zo’n eenzame toerist naast me staan. We besloten al snel om samen een tafel te delen. Hij leek even opgelucht als ik. Later zou ik vooral ‘s middags op restaurant gaan om uitgebreid te lunchen, en ‘s avonds gewoon een kleine snack. Nu laat ik de dagen gewoon op hun beloop. Soms heb ik er zin in, soms niet. Het ene moment mag het een beetje avontuur zijn, het andere moment blijf ik liever lekker gezellig in mijn coconnetje.

De voordelen

Natuurlijk is niet elke reisdag één en al rozengeur en maneschijn. Maar dat is het thuis ook niet. Zeker als ik aan mijn wereldreis denk, nu 10 jaar geleden, had die best wel wat moeilijke momenten op de teller. De kunst is om zo’n solo-reis niet alleen als een ontspannen ‘holiday’ te zien, maar telkens als een levensreis: het is een investering in jezelf, die je bij momenten misschien meer opbrengt dan de sessies bij een coach of therapeut. Waarom? Hier alvast een resem voordelen:

  • Je stapt uit je comfortzone, wat automatisch groei brengt. Ook al denk je dat het voor jou misschien een vreselijke ervaring was, dan nog heb je er iets uit geleerd (je hebt het geprobeerd!).
  • Je wordt teruggeworpen op jezelf. Je leert jezelf kennen, wat je leuk vindt en wat niet, en je leert je plan trekken. Eten en slaapplaats zoeken en/of boeken, mensen aanspreken om de weg te vragen, op pad gaan om plekjes te ontdekken, enz. Je zal versteld staan van wat je allemaal kan!
  • Je wordt aangesproken op je intuïtie. Naar rechts of naar links? Een kamer in die ene buurt of toch eerder die andere? Een afspraak of een uitstap bij die organisatie of toch liever bij die mevrouw van op de hoek? Je zal verbaasd staan hoe natuurlijk de dingen zich ontvouwen gewoon door je buikgevoel te volgen. En weerom, zelfs wanneer je denkt ‘foute’ keuzes te maken, ze zullen jou op dat moment toch ook telkens iets brengen.
  • Als je alleen reist, sta je veel meer open voor een plek en voor contact met de lokale bevolking. Zeker in continenten als Azië en Afrika zal je al snel uitgenodigd worden op de thee of voor een maaltijd. Voor het afdingen moet je jammer genoeg wel alleen je mannetje staan 🙂
  • Je leert wat vrijheid is. Ook al zijn we dat natuurlijk nooit helemaal (en speelt geld daar een grote rol in), toch kan het gezond en deugdzaam zijn om te voelen dat je keuzevrijheid hebt. Zeker als je dat nooit hebt geleerd. Je groeit in (zelf)vertrouwen en ziet (misschien) nieuwe mogelijkheden voor jezelf.

Zo buiten, zo binnen

Dat laatste puntje brengt me natuurlijk naar waar het mij in essentie om gaat: die uiterlijke reis die je daar in je eentje maakt, is evenzeer (en misschien nog meer) een reis naar binnen. Tijdens mijn wereldreis werd ik met zoveel verschillende omstandigheden en prikkels geconfronteerd (een heel jaar lang!) dat ik daar pas voor het eerste leerde wat ‘echt zacht zijn voor mezelf’ betekende. Hoe langer ik onderweg was, hoe meer ik besefte dat ‘wat’ ik deed niet zo belangrijk was, maar wel ‘hoe’ (liefdevol) ik ermee omging voor mezelf. Ik ben er zeker van dat die reis mijn bewustzijn over mezelf heeft doen toenemen. De gedachten en gevoelens die je onderweg ervaart, het ‘verplicht’ met jezelf opgescheept zijn: het zorgt bij momenten voor heel wat onmacht en ongemak, maar als je daar bij kan blijven, en je weet dat je het beste doet wat je op dat moment kan (en dat het dus allemaal niet perfect moet zijn), dan breng je een nieuwe beste vriend mee naar huis: jezelf.

Ik spreek met De Zachte Bedding vaak over die innerlijke reis die we te maken hebben: onszelf leren kennen, met onze kwetsuren en doorheen moeilijke momenten. Begrijpen waartoe sommige situaties ons willen uitnodigen. Een liefdevolle ouder worden voor de pijn en het verdriet die in ons leven. Onderweg zijn met onszelf, langs hoogtes en dalen, over open vlaktes en valleien. Vele maanden en jaren, met blauwe plekken en kleerscheuren.

Op een bepaald moment heb je zo lang gereisd, dat je aankomt bij de oceaan. Je staat stil voor haar golven, hoort haar geruis. Tranen van herkenning rollen over je wangen. Ja, die grote grote oermoeder. Die weet waar wij vandaan komen. En die weet waar wij doorheen gaan. Je opent je ogen en glimlacht. Je bent niet alleen met al je golven. Er is een plek waar ze allemaal samenkomen. Vanuit alle hoeken van de wereld. Je slaakt een zucht van verlichting en je ontspant. Je bent thuis. Eindelijk. 


Ode aan de innerlijke werkers

Het begin van een nieuw jaar verdient een thema. Een ode tegelijkertijd. 2023 is mijn ode aan alle innerlijke werkers. Jij. Ja, jij. En jij. En ook jij, die misschien niet eens weet dat hij een noeste innerlijke werker is. Ik groet jullie. En ik wil jullie eren. Naast alle prijzen en awards die jaarlijks uitgereikt worden voor alle nieuwe prestaties, oeuvres en uitvindingen, geef ik op deze nieuwjaarsdag de ridderslag aan jullie. Jullie die ook heldhaftigheden verrichten, ook al vallen ze minder op. Jullie die ook hard werken, terwijl dat in de buitenwereld misschien niet altijd zichtbaar is. Ik zie het. En ik weet hoe moeilijk en moedig het is. Dus bij deze: chapeau. Laat het maar eens goed binnenkomen. Want complimenten ontvangen is een kunst.

Openstaande vacature

Hoe die naarstige werkers herkennen, die vaak onzeker en bescheiden door het leven gaan met hun innerlijke ‘job’? Misschien zijn er ook wel een paar in jouw omgeving waarvan je niet weet hoe gedreven ze al jaren een onzichtbare carrière uitoefenen? Ik waag me aan een beschrijving. En laat dat ineens ook een openstaande vacature zijn. Want de wereld heeft nood aan innerlijke werkers. Mensen die zich met zachtheid door het leven bewegen en proberen om verbinding te maken met hun hart. Mensen die oordelen laten varen en in plaats daarvan op een dieper niveau proberen te begrijpen wat er speelt. Mensen die tijd nemen om echt te luisteren en te zijn. Wie solliciteert ?

De innerlijke werker (M/V/X) 

Hierna aangesproken als ‘hij’, maar naar believen te vervangen door ‘zij’ of ‘hij/zij’:

  • Hij, die het moedige plan opvat om als noeste kapitein zijn innerlijke wateren te bevaren. 
  • Hij, die alle hens aan dek de zeilen hijst, om zo goed en zo kwaad als het kan hevige stormen van pijn, verdriet, woede en teleurstelling te trotseren.
  • Hij, die met zachtheid en nieuwsgierigheid beetje bij beetje zijn eigen koers leert varen.
  • Hij, die zijn innerlijke kinderen -zijn jongste emoties-, die hem soms in alle hevigheid overnemen, als liefdevolle ouder leert kennen, troosten en dragen.
  • Hij, die, vastberaden een weg te banen naar zijn hart, vraagt wat zijn diepste angsten daarbij nodig hebben.
  • Hij, die wijselijk licht laat schijnen op oude vastgesleten patronen en kwetsuren in zijn familielijn.
  • Hij, die probeert te begrijpen welke lessen er in tegenslagen zitten.
  • Hij, die trouw aan zichzelf, zijn eigen ‘waarden’ spreekt en leeft.
  • Hij, die met mededogen luistert naar jouw verhaal, wetende dat hij in elk verhaal ook steeds een stukje van zichzelf herkent.
  • Hij, die met wijsheid zijn grenzen leert kennen en voor zijn lichaam zorgt, goed beseffende dat het bij momenten rust en ruimte nodig heeft.
  • Hij, die zijn kwetsbaarheid eert en hulp durft vragen wanneer het nodig is
  • Hij, die stil is, soms zo stil, omdat hij naar binnen gekeerd is, luisterend naar wat zijn hart hem te vertellen heeft.
  • Hij, die vreugde en pijn verbindt, begrijpende dat in beide liefde aanwezig is.
  • Hij, die steeds lichter en vrijer wordt, fier op wie hij is en de weg die hij aflegt.
  • Hij, die zijn dankbaarheid en liefde zo graag in de wereld wil brengen.
  • Hij, die jou wil helpen om te leren surfen op de golven van jouw leven, en te groeien in liefde en vertrouwen.
  • Hij, die jou, met alle vergaarde liefde in zijn ogen, aankijkt en zegt: “Ik ben zo blij dat jij er bent.”

Als je wil solliciteren, laat me dan zeker weten wat jouw sterktes zijn en hoeveel jaren ervaring je hebt. Anciënniteit wordt maximum in rekening genomen :) En dan stuur ik graag jouw kandidatuur de wijde wereld in. Als we nu eens een LinkedIn zouden oprichten met al onze beproevingen en innerlijk werk. Als we bovenaan op de competentieteller zelfzorg, zachtheid en levenswijsheid zetten. Wie zou er dan als CEO aan de top van onze bedrijven staan?

De chauffeur van het hart

Houden van jezelf is nog nooit zo revolutionair geweest. Anders zouden er niet zoveel lege harten zijn die nog gevuld moeten worden met macht, controle en consumptie. Achter de sluiers van die schijn-oplossingen ontwaren we lang verstoken angst, pijn en eenzaamheid. Ze wachten ongeduldig om opgehaald te worden. Door de chauffeur van ons hart. Want de allerdiepste leegtes, kunnen enkel opgevuld worden met liefde. Liefde, liefde, liefde. 

Dus laat dat mijn wens voor 2023 zijn. Dat de innerlijke werkers de wereld mogen verlichten met liefde. En als je graag wat ondersteuning wil op het pad, dan ben ik er graag voor jou. Om jouw Zachte Bedding te ontdekken, te eren en te verstevigen. Zodat alle zachte en pittige stromingen die dit jaar op je pad komen, krachtig en met vertrouwen gedragen mogen worden door de bedding van je hart.

Hart-elijke nieuwsjaarsgroet,


Rouw in het licht

Deze week lunchte mijn vriend met een collega. Die vertelde hem dat het niet zo goed ging met zijn vrouw. Haar vader was vorig jaar overleden en ze huilde nog steeds en lag ‘s nachts soms wakker. “Alé”, zei hij, “dat is nu toch raar, het is al meer dan een jaar geleden”. Ik was verbaasd over die uitspraak. Ik dacht dat de vele misvattingen over rouw stilaan de wereld uit waren, gezien de groeiende (media)aandacht voor het thema. Maar niet dus. Zo snel of eenvoudig werkt (mentaliteits)verandering niet. 

Ik herinner me zelf ook nog de commentaren en opmerkingen die ik van buitenaf kreeg: “Is dat nu nog niet gedaan, die rouw?”. Of “De wereld draait niet alleen om jou hé”. Altijd gemakkelijk gezegd, natuurlijk. En misschien zelfs niet eens zo slecht bedoeld als dat het overkomt. Maar feit is dat niemand kan voelen wat jij voelt. En in plaats van louter nieuwsgierig of empathisch te zijn, geven mensen graag hun eigen ideeën en adviezen over het onderwerp mee. Persoonlijk deden die me alleen nog maar groeien in schuld en schaamte. Later ook in boosheid, toen het duidelijk werd hoe onzeker ze mij hebben gemaakt. 

Het is dus nooit te laat om rouw nog eens extra in het licht te zetten. Dit keer niet met mis-, maar met ‘schoonheidsvattingen’. Ik zet er vier voor jullie op een rij.

1) Rouw is liefde(vol)

Hoe rauw verlies en afscheid ook zijn, het natuurlijke rouwproces dat erop volgt heeft in zijn essentie vooral met liefde te maken. Bij het heengaan van een dierbare wordt de fysieke verbinding of aanwezigheid (en daarmee gepaard de vele gewoontes en (toekomst)plannen) beëindigd, en dat is een van de meest directe aanslagen op ons hart die we in een mensenleven kunnen meemaken. De volle pijn daarvan gewaarworden toont de volle, grote en gretige liefde die we gevoeld hebben. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor huisdieren, een job die je jarenlang met hart en ziel hebt uitgeoefend of een woonplek die je hebt moeten achterlaten. Ook al hebben we in onze maatschappij de gewoonte om ons ongemakkelijk te voelen bij onze tranen en ons verdriet, de schaamte erover is totaal misplaatst. Want wat hebben we die persoon (of situatie of plek) graag gezien! Liefde is hartstochtelijk. Rouw is dat ook. Beide stromen zijn evenwaardig, zo waardevol en onlosmakelijk met elkaar verbonden.

2) Jouw rouwproces is jouw uniek schilderij

Er zijn ondertussen al heel wat theorieën over rouw gepasseerd. Van verschillende emotionele stadia over tijdsfasen, enz. En hoewel die zeker een houvast kunnen bieden wanneer je je in een rouwproces bevindt, is het even belangrijk om ze tegelijkertijd ook weer los te laten. Net omdat geen één rouwproces hetzelfde is. Er spelen zoveel, maar echt zoveel factoren een rol: de context, de aanloop, het afscheid, de relatie, hoe je omringd bent, je persoonlijke (werk)situatie, enz. Heel veel rouwprocessen zijn niet enkelvoudig, zoals bv. het overlijden van een grootouder op een gezegende leeftijd. Daarnaast hebben de invloeden van buitenaf ook een grote impact. Een werkgever die niet begrijpt dat je nog niet goed kan functioneren, vrienden die afhaken, spanningen in het gezin, maar evenzeer ook warme steun uit onverwachte hoek, creativiteit die oppopt om uiting te geven aan je verdriet, nieuwe wegen die zich openbaren, enz. Het allerbelangrijkste is dat je doorheen jouw rouwreis zo goed als mogelijk ingetuned kan blijven op jezelf. Jij bent de schilder, jij houdt het penseel vast. Jij voelt wat je voelt, welke kleur dat heeft en welke beweging daarbij nodig is. Dag per dag. Week per week. Jaar per jaar. Jij schildert jouw unieke rouwschilderij. En dat kan nooit dat van een ander zijn.

3) Tijd danst met rouw, en rouw danst mee

Wij zijn als mensen verslaafd aan tijd. Zeker in het westen is tijd zo lineair, dat alles met een streepje op een grote lijn gemarkeerd moet worden en daarna ook weer afgevinkt. Ik keek daarnet buiten naar het ijs op de rivier. Geen enkele figuur in dat ijs is rechtlijnig. Een rechte lijn vind je gewoon niet in de natuur ! Daarom hou ik zo van de natuur als raadgever. Gezien we toch natuurlijke wezens zijn… Tijd bestaat in ons hoofd, en nergens anders. Rouwprocessen zijn zo diepgaand en fundamenteel, dat ze een even grillig en niet rechtlijnig ritme hebben als de natuur. Er staat geen eindpunt op rouw. Het is de grootste misvatting die er bestaat. Natuurlijk leer je een verlies mettertijd meer integreren in je leven, en slijten de scherpste kantjes waarschijnlijk wel af, maar alle emoties waar je doorheen gaat zijn gewoon heel normale, menselijke stromen. Verdriet, pijn, vreugde, boosheid, teleurstelling, schaamte,.... Al die emoties komen en gaan, dikwijls ook onverwacht. De golven spoelen en overspoelen ons, maar dansen en spelen ook. Ze horen bij het leven en willen ons iets vertellen.

4) Rouw gaat evenveel over het leven als over de dood

Af en toe contacteert iemand mij over een rouwproces in hun leven dat niet te maken heeft met het heengaan van een persoon. Ze vragen dan of ze bij mij wel aan het juiste adres zijn. Natuurlijk ! Rouw is zoveel breder dan de dood. Ik zou zelfs durven zeggen dat er bijna evenveel rouwprocessen ‘in het leven’ plaatsvinden. Onze jongeren van vandaag zullen dat wel weten: er zijn nog nooit zoveel echtscheidingen geweest als de laatste jaren. Dat is bikkelhard rouwen, terwijl iedereen er nog (fysiek) is. Ook de coronaperiode heeft menig relaties en (familie)banden stevig door elkaar geschud, soms met pijnlijke breuken tot gevolg. Dat zijn oók rouwprocessen. Ontslag krijgen of geven op je werk, dat vraagt soms ook om een rouwperiode. En zo zijn er nog veel voorbeelden. Aarzel niet om contact te zoeken met een coach of therapeut, wanneer je voelt dat een bepaalde situatie je onderuit haalt of op je weegt. Het is heel normaal om er tijd en ruimte aan te schenken. Want het heeft allemaal zoveel betekend…

De winter is het seizoen bij uitstek om rouw en afscheid te eren. Natuurlijk mogen we dansen van vreugde bij alle nieuwe begin-nen, relaties en projecten die op ons pad komen. Maar even natuurlijk mogen we aandacht schenken aan wat is gestopt, wat niet kon verdergaan, aan wie er niet meer is. Ik kijk naar de kale bomen, die zo mooi zijn zonder hun bladeren. Ze blijven er ook zo rustig onder. Ze vertragen hun circulatie. Ze accepteren het seizoen. Ze wachten op een nieuw begin. Opdat ook jij mag eren wie en wat op dit moment geëerd mag worden. Met welke kleur of schilderskwast dan ook…


Verlies in de lijn (2)

Het is een grijze, druilerige herfstdag. Het stilstaan bij mijn familielijn en de vele verliezen raken ook aan mijn verdriet. Ik mis mijn moeder. Ik bedenk me dat ik het nooit bewust beleefd heb, een moment met mijn moeder en vader samen. Zo eens lekker tussen hen twee op de bank zitten, veilig genesteld. Of samen aan tafel zitten en fratsen uithalen met mijn eten… Ik neem een moment om het gemis te voelen. Het te verwelkomen en met zachtheid te omarmen. Zucht. Ja, verlies. We dragen het met ons mee. Tegelijkertijd is die ervaring van verlies evenzeer een punt van verbinding als een punt van pijn. Het is net in de pijn dat je ook opnieuw verbinding kan maken. Want de pijn staat voor de liefde die er was.

Ik sluit mijn ogen en voel mijn moeder. Ik maak verbinding vanuit mijn hart. Ik voel een warme energie rond me. Ze is er niet meer, maar ze is er nog. Ons familiesysteem heeft ooit bestaan als gezin van vijf. Nu bestaat het nog steeds, ook al zijn we nog maar met twee. De energie van mijn moeder, mijn broer, mijn zus, die is niet verloren of verdwenen. Die van mijn moeders zussen ook niet. En die van mijn grootmoeder en haar moeder ook niet. We zijn zo gewend geraakt aan individualisme als levensbeeld, zelfs als levensfilosofie. Maar nu we weten dat trauma overdraagbaar is op generaties (zie vorige blog), hoe kan het dan dat al die koorden doorgeknipt zijn ? Ons levensbeeld vraagt dringend om een bijsturing. Een bijsturing in verbinding. Het beeld van een fijne koord die draadjes spant tussen ons en iedereen waarmee we verbonden zijn. Zichtbaar en onzichtbaar. In het verleden, in het nu en in de toekomst. Zie je ze ? En plots ontstaat een alles verbindend levensweb.

Systemisch werk 

Een goede manier om onze blik te verbreden is via de systeemtheorie. Deze stroming binnen de psychologie plaatst de mens steeds in een context of een systeem (zoals je gezin, school- of werkomgeving, vriendengroep, cultuur, …) om van daaruit te proberen begrijpen wat er speelt. Waar de psychologie dus vaak op het individu inzoomt, zoomt de systeemtheorie als het ware uit. Op die manier komen alle relaties in beeld, die zo bepalend zijn voor het persoonlijk functioneren. Je kan jezelf onmogelijk los zien van de ‘systemen’ waar je je in bevindt. Ook hier kan je dus dat beeld van een koord of een web gebruiken om de verbindingen te leggen. Een systeem is altijd meer dan de som van de individuen. Elk systeem is een uniek veld. Zoals een relatie, een gezin, een vriendengroep. Elk individu apart heeft een kleur. Door ze samen te voegen ontstaat er een unieke mengeling, die nooit exact hetzelfde zal zijn als een andere groep of relatie.

Een overlijden is een serieuze schok voor en verandering binnen een systeem. In mijn rouwbegeleiding krijg ik dikwijls de vraag (of speelt het verlangen) om nog in verbinding te kunnen zijn met een familielid of dierbare. Om nog iets af te kunnen ronden. Of is het net verderzetten? Mijn cliënten vragen me dan hoe ik naar het leven na de dood kijk. In mijn gevoel leggen ze er té veel hun focus op. Ik zeg dan dikwijls: “Je kan ernaar kijken zoals je wil en zoals het voor jou goed voelt, maar het is hier en nu dat je die verbinding kan leggen.”

We hoeven het niet te weten

Omdat we elke vorm van religie en spiritualiteit overboord gegooid hebben, hebben we ons in de westerse maatschappij met onze rug tegen de muur gezet. We kijken alleen nog maar voor ons (leven), naar alles wat we zien en kunnen waarnemen (en bewijzen). Alles wat achter ons ligt (dood) krijgt geen aandacht, bestaat niet meer, en dus kan je er niets meer mee doen. Het bezorgt ons een soort handicap waardoor we niet meer ten volle in onze kracht kunnen staan. De verbinding tussen beide polen is er niet. Niet buiten ons, en dikwijls ook niet in ons. Maar toch hebben we ze allebei nodig. Het is zoals dag en nacht.

Wat als we zouden accepteren dat we het misschien niet hoeven te weten, hoe het allemaal exact in elkaar zit, tussen leven en dood? Wat als we gewoon open staan voor het idee dat we vanuit ons hart nog steeds een heengegane dierbare kunnen toespreken? Dat je de woorden nog kan uitspreken die je niet kon zeggen tijdens het leven? De boodschap die je absoluut nog wou delen? En dat dat een onuitgesproken effect kan hebben op de verbinding, het draadje tussen jou en die persoon, dat niet doorgeknipt is ?

Ik hou van de kracht van intentie. Als het mijn intentie is om nog een aantal zaken uit te spreken in relatie naar mijn moeder of broer, dan geloof ik dat ik ook nu nog iets toevoeg aan de relatie. Ik laat het draadje oplichten, omdat ik er aandacht, liefde en bewustzijn in breng. Het doet er niet toe wat er dan gebeurt of niet. Het doet er toe dat wij de actie ondernemen die nodig is om de relatie met een overledene op een gezonde manier te kunnen verder zetten. Zodat er geen vacuüm stop van (onuitgesproken) woede, pijn, schuld of verdriet op de verbinding blijft zitten. Want dan stroomt er niets meer… 

Slachtofferschap vs. verantwoordelijkheid

Onze hedendaagse ‘handicap’ (het gebrek aan verbinding en meer specifiek de verbinding tussen leven en dood) maakt dat we in een zeer passieve positie zitten als het over emotionele verwerking gaat. We voelen ons hulpeloos en machteloos. Een overlijden of een andere gebeurtenis overkomt ons, alles doet pijn en we kunnen er niets aan doen. En hoe meer er gebeurt, hoe meer we schreeuwen om erkenning: 'Kijk nu eens hoe erg het is wat ik allemaal heb meegemaakt?' En pas op, begrijp me niet verkeerd, het is absoluut nodig om ervaringen en momenten van pijn en verlies te kunnen delen. Het mag bestaan en dat is gezond. Maar het is ongezond als we er jarenlang in blijven hangen zonder dat we er iets mee doen. Als we telkens opnieuw wanhopig wachten tot iemand onze pijn wegneemt, onder welke vorm dan ook (een relatie, een succesvolle job, veel likes op Facebook of heel veel shopping of andere overdaad).

Wat hebben we nodig om hierin verantwoordelijkheid te kunnen nemen? Het geloof en de kennis dat wij kunnen ‘bewegen’ met onze kwetsuren. Dat we ze in beweging kunnen brengen. Dat we er zaken aan kunnen toevoegen als het nodig is om ze een plaats te kunnen geven. Dat we actie kunnen ondernemen om onze gevoelens te uiten, intenties kunnen plaatsen en woorden kunnen uitspreken aan een dierbare, ook als die er fysiek niet meer is. Door zelf te ageren, nemen we onze kracht terug. Het is belangrijk dat we (terug) leren voelen wat we nodig hebben om met pijn en verdriet te leven, in plaats van de emoties te laten leven voor ons. We kunnen elkaar helpen door onze ervaringen met elkaar te delen en het zo meer bespreekbaar te maken.

Ik zeg tegen mijn moeder dat ik haar mis. Het blijft stil. Ik zeg het nog eens. Geen antwoord. Toch voel ik dat zij mij ook mist. Haar hart is lang geleden gestopt met kloppen. Maar haar liefde is nooit gestopt met stromen. Het draadje tussen mij en haar licht op. Heel even voel ik het. Ik steek een kaarsje aan.


Verlies in de lijn

1918. Mijn grootmoeder Wilhelmina (Mientje) was 6 toen haar moeder Jeanne stierf aan de Spaanse griep. Jeanne Le Brun was de enige dochter van Theo Le Brun en Wilhelmina Muller. Tijdens de oorlogsjaren waren Theo en Wilhelmina hun enige dochter en haar gezin gevolgd naar Normandië. Jeanne’s echtgenoot, mijn overgrootvader Laurent Keyenberg, was opgeroepen om daar als arts in een veldhospitaal te werken. Jeanne was 28 toen ze overleed. Het enorme verdriet om zijn dochter bezorgde Theo een hartkwaal waaraan hij plotseling bezweek in 1924.

Aan mijn oma werd verteld dat mama lang en ver weg was op reis. Ze woonden op dat moment nog in Frankrijk en hadden een mooi huis met een tuin en een achterpoortje. Mijn grootmoeder schreef in haar memoires, die ze mij nagelaten heeft, dat ze vanaf het overlijden van haar moeder elke dag aan het poortje stond. Te wachten tot haar moeder -hopelijk- verscheen. Ze zei dan: “En nu wordt het toch echt tijd dat mama terugkomt.” Maar Jeanne kwam niet meer terug.

Mijn grootmoeder zelf kreeg drie dochters: Anneke, Myriam en Rina (mijn moeder). Anneke was haar eerstgeborene. Ze overleed na 3 weken aan wiegendood. Myriam en Rina groeiden samen op, tot Myriam op de leeftijd van 20 plots om het leven kwam door een brutaal auto-ongeluk. Mijn moeder kwam alleen te staan. Uit latere verhalen begreep ik dat ook zij amper ruimte had om te rouwen. Thuis stond de foto van Myriam op de kast, maar er werd niet over gesproken. ‘Het was ijzig stil in huis’, schreef ze in haar dagboeken. Enkel bij haar toenmalige beste vriendin Michelle kon ze -beperkt- haar verdriet delen.

Mijn moeder kreeg ook 3 kinderen: Tineke, Hans en ik. Tineke werd geboren in 1980. Op de leeftijd van 3 werd ze ziek: een niertumor of Wilms tumor. Ze stierf op de leeftijd van 4. Ik was toen 6 maanden oud. Mijn moeder kreeg borstkanker. Haar linkerborst werd geamputeerd maar na een tijdje kwamen er uitzaaiingen. Mijn broer en ik werden opgevangen door een liefhebbend pleeggezin. We gingen op en af naar het ziekenhuis. Mijn moeder overleed op 26 november 1985. Ze was 31. Ik was twee, mijn broer drie. Mijn broer Hans stierf zes jaar geleden, op 34-jarige leeftijd, aan leukemie.

Verdriet wil kunnen bestaan

Dit is het ‘kleine’ stukje verhaal dat ik ken van mijn moeders lijn. Zoveel verlies. Zoveel -onverwerkt- verdriet. Ik word er stil van. En ik weet dat het me ook mee heeft gevormd. Een deel van mij is ook heel stil. Het is geen lege stilte, maar een diepe stilte. Een stilte die alles weet. Maar er kan niks gezegd worden, net omdat er geen woorden voor zijn. Ik eer in mijn leven veel meer de stilte dan de woorden. Ik voel mij er veel meer in thuis. 

We weten nog niet zoveel over het overdragen van trauma en onverwerkte emoties in de lijn, maar hier en daar komt er meer onderzoek over. We weten nu dat de stress en emoties die de moeder voelt tijdens de zwangerschap, rechtstreeks doorgegeven wordt aan de foetus via de placenta. De placenta laat stresshormonen door, wat zorgt voor een toename van stress-receptoren in het foetale brein. We weten ook dat er onderzoek werd gedaan naar de overdraagbaarheid van trauma: Joodse (klein)kinderen wiens (groot)ouders de horror van de Holocaust hadden meegemaakt, hadden onverklaarbare (psychische) symptomen en vertoonden dezelfde wijziging in hun genen (lees meer). ‘Epigenetische erfenis’ heet dat.

Hoever we daarin moeten duiken om het allemaal tot in detail te kennen, is voor mij van secundair belang. Wat wel belangrijk is, is om bewust te zijn van de vele pijn en verliezen die zich doorheen de jaren in verschillende generaties hebben voorgedaan. En daarbovenop, meestal werden doodgezwegen of genegeerd. Dat onverwerkt verdriet, dat wil ook kunnen bestaan. Zelfs vele jaren later. Vele kinderen, broers, zussen, moeders, vaders en grootouders zijn veel te vroeg gestorven. De mogelijkheid of emotionele rijpheid was er niet om te rouwen. Hoe mooi zou het niet zijn als wij, de bewust(er) wordende generaties, ook symbolisch ruimte kunnen geven aan al dat verdriet dat nooit werd uitgesproken ? En dan bedoel ik niet dat we tranen met tuiten moeten huilen, maar misschien kunnen we er wel over vertellen, of die verliezen eren in ons hart... 

Het is heel moeilijk om in woorden te beschrijven, maar de rouwprocessen die ik zelf heb doorgemaakt, hebben mij op een bepaalde manier ook betekenis gegeven over de rouwprocessen binnen mijn moeders lijn. Het is alsof ik mijn rouwprocessen ook opdraag aan hun verliezen. Het is alsof ik die grote stroom van onverwerkt verdriet terug tot leven breng, door mijn eigen verdriet te laten stromen. Hoe hard en hoe zwaar het bij momenten ook was en is, het geheel voelt bevrijdend, liefdevol en compleet.

De heilige stilte

Deze week kreeg ik een bijzondere e-mail. Een vrouw die ik niet ken, bedankte mij voor mijn gedichten en mijn schrijven. Ze schreef: “In je woorden, die ik lees, voel ik de stilte. Die heb ik na het overgaan van mijn dochter ook gekregen.” 

Ik antwoordde haar: “Als je het zo beschrijft, van de stilte en je dochter, dan voel ik hoe heilig dat is. Het verlies raakt ons tot in het diepste van onze ziel, en tegelijkertijd ontstaat er een soort 'heiligheid' waar we heel diep vanbinnen toegang toe krijgen. Alsof we weten waar het leven om gaat… 

Ik eer mijn overgrootmoeder Jeanne, die veel te vroeg overleed. Ik eer mijn grootmoeder Mientje, die zo jong zoveel verdriet heeft moeten dragen. Ik eer mijn moeder, die zo dapper leefde met het gemis om haar zusters, en zelf met zoveel stilte, sereniteit en wijsheid afscheid nam van haar eerste kind. Mijn eigen verdriet vindt troost en gedragenheid in het eren van al deze verhalen. In het in het licht brengen van wat nooit heeft kunnen bestaan. In de stilte die ik belichaam heeft alles zijn plaats. De heilige stilte spreekt boekdelen. 


Lichaamsgerichte wát ?

Dit voorjaar volgde ik een opleiding Lichaamsgerichte Traumatherapie in Nederland. Ik deel graag de 6 belangrijkste inzichten die ik uit deze opleiding meeneem.

1) Trauma(delen) zit(ten) vast in het verleden

Er zijn heel wat definities over trauma. Grof gezegd kan je trauma beschouwen als een kwetsuur die (als kind of volwassene) zo ernstig is (op 1 moment of over een lange periode) dat je lichaam de pijn niet bewust kan dragen en dus onderdrukt. Dat doet je lichaam ter zelfbescherming. De pijn is te groot. De delen in jou die die pijn ervaren hebben, dragen die mee. En dat zijn delen die, zoals in een shock, vast (zijn) blijven zitten in het verleden. Het is belangrijk om dat te weten, omdat we als mens dikwijls verbaasd zijn over hoe we reageren, zeker als het over intieme relaties gaat, net die verbinding waar liefde en pijn dicht bij elkaar liggen. Primair zullen die delen automatisch eerst reageren, uit angst om opnieuw pijn te voelen of gekwetst te worden. En zo hebben we (bijna) allemaal doorheen ons leven stevige muren van bescherming opgebouwd…

2) De oorzaak van trauma is niet (zo) belangrijk

Je kan je als intellectuele of rationele mens te pletter studeren over de oorzaken van je gedrag of je pijn. Verklaringen hiervoor kunnen voor een stukje verlichtend zijn, maar zijn niet de eind-oplossing. Voor jezelf kan het belangrijk te zijn om te weten wat er gebeurd is, zodat je er ook erkenning aan kan geven, maar in se, is pijn, pijn. En verdriet is verdriet. En boosheid is boosheid. Het feit dat die emoties er mogen zijn, is wat telt. Vanwaar ze komen is secundair. Belangrijk is om in het hier en nu na te gaan wat jou hindert om te functioneren, wat jou(w energie) weerhoudt om vrij te stromen.

3) Traumaconfrontatie is niet voor iedereen

Een grote misvatting in onze ‘self made’ maakbare maatschappij: niet iedereen is hetzelfde, niet iedereen heeft dezelfde veerkracht, niet iedereen begint op dezelfde plek op de ladder, en lang niet iedereen heeft een gezond netwerk/omgeving rond zich. Veel mensen weten dat er iets niet klopt in hun functioneren. Maar voor velen is het een brug te ver om daarin te duiken. En dat hebben we te respecteren. Het vraagt een combinatie van zoveel factoren om naar traumaconfrontatie te gaan. Voor wie het niet aan de orde is, is traumastabilisatie al meer dan genoeg. Kleine acties ondernemen opdat een persoon dagelijks kan blijven functioneren. Zelfs al is dat mét die verslaving die de pijn wegneemt. Dat heeft in mijn ogen niets met falen te maken. Het heeft met mens-zijn te maken. Mensen forceren om zaken te verwerken, is een pak ongezonder dan iemands ritme/mogelijkheden respecteren.

4) Traumaverwerking gebeurt IN het lichaam

Deze is voor een stuk gelinkt aan punt 2. Gezien we in onze overheersend rationele maatschappij vooral de aandacht richten op ons hoofd en wat er in ons hoofd gebeurt, is het lichaamsbewustzijn bij vele mensen ver zoek. Maar veel trauma in de kindertijd is ontstaan, toen er helemaal nog geen cognitieve/rationele ontwikkeling was. Toch heeft het een megagroot effect op ons functioneren. Waarom ? Omdat het lichaam de shock onthoudt. Omdat het lichaam en ons zenuwstelsel de pijn reguleren/tijdelijk wegstoppen. Als je aan effectieve traumaverwerking wil doen, kom je er dus nooit met psychotherapie (praattherapie) alleen. Er is ook lichaamswerk voor nodig. Want het is je lichaam dat moet kunnen voelen dat het opnieuw veilig is nu. 

5) Geen traumaverwerking zonder gezonde basis

Sommige mensen komen bij een therapeut en zeggen dat ze aan zichzelf willen werken. Dat ze die trauma’s uit het verleden willen aanpakken en oplossen. Maar zonder gezonde basis, kan dit niet. Er moet voldoende gezond draagvlak zijn om de pijn van vroeger in te ontvangen en te integreren. De fout die vele therapeuten dan ook maken, is dat ze te vlug naar het trauma gaan en er samen met de cliënt helemaal naartoe gezogen worden, terwijl het veel belangrijker is om eerst de gezonde delen te versterken. Waar geniet de cliënt van ? Wat lukt hem/haar goed in het dagelijks functioneren ? Wat doet hij/zij om zich beter te voelen ? Is er steun van buitenaf, is er zelfliefde, zijn er momenten van rust, weet de cliënt hoe hij/zij kan ontspannen ? Pas als er voldoende rust en ontspanning is (in het lichaam), kan je naar de moeilijke momenten toe gaan.

6) Je eigen liefdevolle ouder ontwikkelen

Richard C. Schwartz legt hier in zijn boek ‘Alle delen welkom’ erg de nadruk op (en er zullen vast nog wel andere boeken zijn). Het cruciale punt is om de verschillende delen in jezelf goed te leren kennen. In tegenstelling tot 1 vaste persoonlijkheid, bestaat onze identiteit uit heel veel verschillende delen, die samen een ‘Internal Family System’ (interne familie) vormen. Delen uit je jonge kindertijd, delen uit je adolescentie, maar ook verschillende volwassen delen. Die delen hebben allemaal verschillende zaken gevoeld en beleefd, en hebben ook allemaal iets te zeggen (en dat weten we dikwijls wel, door alle controverse stemmen in ons hoofd :)). De kunst is, om iedereen aan te tafel te krijgen, en je gezonde volwassen zelf aan het hoofd van de tafel te zetten. Dat deel dat hier en nu is, stevig verbonden met zichzelf, je lichaam, je hart en de aarde. Je ontwikkelt en je versterkt die innerlijke liefdevolle ouder, die nodig is om de jongere, angstige, boze en afgewezen delen te sussen en kennis uit het nu bij te brengen. Iedereen die opvoedt zal het wel weten: je voedt kinderen op met veel liefde en veel geduld. Want pas als ze weten dat het veilig is en dat er iemand voor hen is, dan zullen ze rustiger worden en ontspannen.

Dit alvast in een notedop. Nieuwsgierig naar meer ? Contacteer me gerust of laat een reactie achter. Vanuit de insteek van rouw en verlies werk ik dus ook met deze inzichten in mijn praktijk. Wees van harte welkom. En wees liefdevol voor jezelf. Nog liefdevoller dan je dacht te kunnen zijn…


Over eenzaamheid

Vorige week zag ik voor het eerst sinds het uitbreken van de pandemie mijn beste vriendin terug. Ik kan niet omschrijven hoeveel deugd het deed om haar opnieuw te kunnen aankijken, vasthouden en voelen. Die eerste omhelzing alleen al deed ons beseffen dat deze afstandscrisis zich veel meer onder ons vel had genesteld dan gedacht. We liepen letterlijk over van woorden en emoties die we al maandenlang met elkaar hadden willen delen. Dat deden we natuurlijk wel aan de telefoon, maar fysieke nabijheid is toch nog van een ander kaliber.

Naast elkaar zitten, oogcontact maken, onze huid en handen laten spreken: wanneer we écht met iemand in verbinding gaan, komt er heel wat in beweging. Het deed ons nadenken over eenzaamheid. Het pijnlijke gemis van aanwezigheid. Van iemands oprechte liefde en aandacht om je heen. Zoals een warme deken. Een tedere aanraking alleen al kan zo helend zijn. Eenzaamheid is één van de meest onderbelichte problematieken in onze maatschappij. Verdient dat niet dringend een beetje meer aandacht?

Samen sterk?

In een artikel in Knack las ik dat één derde van de mensen vanaf de leeftijd van 80, alleen sterft in onze maatschappij. Ze worden na enkele dagen dood teruggevonden, ook al gaat het bijna altijd om te verwachten overlijdens. Eenzaamheid gaat dus letterlijk over mensenlevens. Hoe is het zover kunnen komen? Waar is de onzichtbare stroop gebleven die mensen met elkaar verbindt? Natuurlijk is er niemand die wil dat mensen alleen sterven, maar toch gebeurt het, en de cijfers zijn zorgwekkend. Misschien kunnen we al beginnen met het onderwerp eens aan te snijden in onze eigen kringen?

We kennen natuurlijk de argumenten van het overontwikkelde individualisme en de drukke Westerse levensstijl waarin we ons bevinden. Temidden van al die dingen die we elke dag ‘moeten’ doen, is het goed om ons af te vragen of we nog tijd kunnen maken voor mensen die ons na aan het hart liggen. Ook al lukt bezoeken niet altijd, iemand laten weten dat je aan hem denkt, is snel gebeurd. Het is mooi om te lezen hoe deze pandemie zovele mensen doet voelen dat ze anders willen leven. Daarnaast doen alle solidariteitsacties ons nog meer beseffen dat we samen veel sterker staan dan alleen. Als mensen hebben we elkaar nodig. Daarom is eenzaamheid ook een écht probleem. Al is er zeker een verschil tussen eenzaam zijn of alleen.

Alleen vs. eenzaam

Als we alleen zijn, voelen we ons niet per definitie eenzaam. Integendeel. We kunnen soms net genieten van de broodnodige tijd voor onszelf. Alleen zijn is een staat van zijn. Je bent op dat moment samen met jezelf. Eenzaamheid daarentegen is (in zijn gezonde vorm) een gevoel. En zoals elk gevoel komt en gaat het met golven. We kunnen ons eenzaam voelen als we alleen zijn, maar bijvoorbeeld ook in een relatie of in een groep mensen waar we ons niet mee verbonden voelen.

Eenzaamheid wordt problematisch wanneer het een staat van zijn wordt. Wanneer er geen ware contacten meer in iemands leven zijn en hij volledig geïsoleerd raakt. Wanneer de verbinding tussen één persoon en de wereld is verbroken. Dit is een hele moeilijke, want aan de oppervlakte kan zo’n persoon nog meedraaien in de maatschappij. Hij heeft bv. een job en ziet er uiterlijk goed uit. Maar als niemand deze persoon ‘ziet’, als hij niemand heeft waarmee hij zijn diepste gevoelens kan delen, dan spreken we van structurele eenzaamheid. Er leven veel meer mensen in structurele eenzaamheid dan we denken. 

Ikzelf woonde 10 jaar alleen en heb ook vele momenten van eenzaamheid gekend. Hoe lastig ze soms ook waren, ze waren van voorbijgaande aard. Maar toen mijn broer overleed en al mijn energie naar rouwen ging, raakte ik plots ook meer en meer geïsoleerd. We weten ondertussen dat er op rouwen nog steeds een taboe rust (al komt daar zeker verbetering in!) en dat vele mensen in onze maatschappij niet goed weten hoe ze met rouwenden moeten omgaan. Wanneer je zelf niet meer kan uitreiken, kunnen contacten die anders zo levendig waren, op heel korte tijd helemaal stilvallen. Om welke reden dan ook. Persoonlijk heb ik daar enorm onder geleden. Ik noem het verlies op verlies.

Natuurlijk heeft niemand slechte bedoelingen. Maar onmacht en onwetendheid kunnen wel grote gevolgen hebben. Als een goede vriendin er niet was geweest om mij op het grootste dieptepunt 5 weken bij haar in huis te nemen, dan weet ik nog steeds niet wat er zou gebeurd zijn. We zijn dikwijls onzeker om naar iemand uit te reiken. Maar ik geloof dat íets doen steeds krachtiger is dan niets doen. Ook al vinden we niet de juiste woorden, er zijn vele manieren om iemand te laten weten dat we hem niet vergeten.

Onze bruto nationale verbinding

Eenzaamheid is geen zwart-wit verhaal. We kunnen er allemaal vroeg of laat in vervallen. Tegelijkertijd is het ook niemands schuld. Ook al vinden we soms dat een bepaalde persoon die eenzaamheid voor ons moet wegnemen. Als we met de vinger gaan wijzen of het contact gaan forceren, zijn we verkeerd bezig. Sowieso is het niet mogelijk dat één enkele persoon onze eenzaamheid kan ‘oplossen’. Maar ook vanuit jezelf is het geen goed idee om compleet afhankelijk van iemand te worden of andersom, om enkel vanuit schuldgevoel of medelijden een bepaald contact in stand te houden.

Hoe kunnen we dan wel met eenzaamheid omgaan? Eerst en vooral door er bewuster van te worden voor onszelf. Telkens wanneer het gevoel opkomt, kunnen we proberen om het toe te laten en te omarmen in ons hart. Zolang het een gevoel is dat komt en gaat, is het goed dat we zelf die golf met zachtheid en geduld leren aanvaarden. Contact maken met eenzaamheid in onszelf, helpt ons om ons te verplaatsen in de eenzaamheid van een ander. En wat we onszelf aanleren om beter met het gevoel om te gaan, dat kunnen we ook meegeven aan een ander. Denk maar aan het niet-oordelen, het jezelf troosten of verwennen met zachte muziek, het lezen van een goed boek onder een dekentje of het zetten van een lekker kopje thee. Ongetwijfeld hebben jullie ook nog heel wat andere hulpmiddelen die een moeilijk moment van eenzaamheid verzachten.

Structurele eenzaamheid echter, kunnen we als individu niet oplossen. Daar waar er fouten zitten in het systeem, is het onmogelijk om alle verantwoordelijkheid op onze eigen schouders te nemen. Mensen die vastzitten in een spiraal van armoede, ouderen die geen familie meer hebben in eigen land en eenzaam wegkwijnen op een kamertje, immigranten die hun gezin achterlieten toen ze vluchtten en moeilijk toenadering vinden in hun nieuwe land. Het zijn voorbeelden waar op overheidsniveau én in de media anders mee omgegaan kan worden. Ten eerste al door structurele eenzaamheid als een weg te werken factor in de weegschaal te leggen. Dan zouden we bv. niet meer spreken over ons bruto nationaal product, maar ook over onze bruto nationale verbinding. We zouden ervoor kunnen zorgen dat iemand net genoeg contacten rond zich heeft om zich gedragen te voelen en de uitdagingen van het leven aan te gaan. Bij deze mijn advies aan de volgende generatie beleidsmakers…

Ken jij ook een persoon waarvan je denkt dat hij te veel in eenzaamheid vertoeft? Is er iets wat jij nu kan doen om met hem contact te maken? Al stuur je een berichtje, steek je een briefje in de bus, kook je een lekkere maaltijd of neem je de tijd om eens echt te luisteren: de kracht van het kleine is groter dan je denkt. Samen leven maakt ons uiteindelijk allemaal sterker. Dat hebben de bomen al lang begrepen. Die laten geen enkele soortgenoot in de steek. Dus laat ook voor ons eenzaamheid een uitnodiging zijn om te verbinden. Want het is pas wanneer we iets missen, dat we weten hoe belangrijk het eigenlijk is.


Wat overblijft

Deze week deelde mijn Reiki leraar Griet wijze woorden in haar wekelijkse livestream: “Om iets te kunnen loslaten, moet je het eerst kunnen omarmen.” Ik voelde hoe de woorden resoneerden in elke vezel van mijn lichaam. Als mens is loslaten één van de moeilijkste dingen om te doen. Enerzijds hebben we van nature de neiging om liever vast te houden dan los te laten. Omdat we zo graag controle en zekerheid willen, en als de dood zijn voor verandering. Anderzijds, wanneer we wel beseffen dat we iets willen loslaten, loopt dat proces allesbehalve van een leien dakje. We zijn bang voor wat er komen zal, of we denken simpelweg dat we het niet kunnen. Maar wat blijft er eigenlijk over na het loslaten? En wat betekent loslaten dan juist?

Loslaten is niet gelijk aan wegduwen

Iedereen heeft waarschijnlijk wel zijn eigen definitie van loslaten. Ik zie het vooral als iets kunnen laten rusten in jezelf, eerder dan het voorgoed achter je te laten. Iets een plaats geven in je leven en dan met zachtheid verder dragen. Dat kan een situatie zijn, maar natuurlijk ook een persoon, een job, een bepaald gevoel dat je overheerst of (oude) delen in jezelf.

Wanneer we merken dat we iets niet graag hebben en achter ons willen laten, zijn we dikwijls geneigd om het weg te duwen. Een onaangenaam gevoel, een rotte opmerking of een akelige situatie: hoe rapper we er vanaf zijn, hoe beter. Maar dikwijls blijft het daardoor net nog sterker hangen. Loslaten staat immers niet gelijk aan wegduwen. Of verdringen, of onder de mat steken, of vermijden. We moeten eerst aanvaarden dat dat onaangenaam gevoel, die rotte opmerking of die akelige situatie er IS, vooraleer we ze kunnen loslaten. Het is onze grote uitdaging in het leven om te leren dat wat ons raakt, met heel ons hart te ontvangen. Hoe pijnlijk of frustrerend dat soms ook is.

Zelf ervaar ik dat bijvoorbeeld sterk met gevoelens van angst of de perfectionist in mij. In plaats van ernaar te luisteren en er nieuwsgierig naar te zijn, heb ik meestal gewoon zin om die stemmetjes te overroepen en te doen alsof ze er niet zijn. Maar mede dankzij de rouwprocessen die ik heb gekend (en ik voel dat ik dat oprecht kan schrijven), heb ik doorheen de jaren begrepen dat gevoelens niet verdwijnen omdat ik ze niet wil zien. Integendeel. Hoe meer we ze negeren, hoe groter ze worden… Het werkt immers niet als we enkel de aangename willen ontvangen, maar de onaangename niet. Elk gevoel is deel van ons, en heeft ons iets te leren. Loslaten kan dus pas nadat we eerst liefdevol omarmd hebben wat er is. Maar hoe doen we dat dan precies?

Loslaten = aanvaarden in 4 stappen

Denk bijvoorbeeld eens aan een ruzie die je met je partner of een vriend(in) hebt gehad. Of aan onrecht dat je zag op straat. Of een situatie die je bang heeft gemaakt. Of nog veel erger, een dierbare die je bent verloren… Enerzijds voel je wel dat je verder wil nadat het is gebeurd, maar anderzijds kan je die ervaring onmogelijk zomaar uitwissen. Ze blijft als het ware in je systeem hangen. Zeker wanneer het over diepgaande gebeurtenissen gaat, is de wonde diep. Logisch natuurlijk. We zijn mensen en we worden geraakt. Veel meer dan we misschien denken. Soms is er ook geen oplossing (meer) voor een situatie, waardoor het onmogelijk lijkt om zomaar verder te gaan. Dat ervoer ik meermaals (zowel bewust als onbewust) bij de dood van mijn moeder, mijn zus, mijn broer. Die geliefden komen niet meer terug. Maar iemand kan bijvoorbeeld ook het contact met jou verbroken hebben, waardoor je bepaalde zaken niet meer zomaar kan uitpraten.

Hoe moeilijk de situatie ook lijkt, de eerste stap is om te aanvaarden dat ze er is en verschijnt op je pad. De tweede stap is om toe te laten wat het allemaal met je doet. En dan bedoel ik echt álle emoties die deze gebeurtenis bij jou teweegbrengt. Ook diegene die je liever niet wil voelen. De derde stap is om alle tijd nemen om de situatie te begrijpen en de bijhorende gevoelens te omarmen. Als het gaat om een kleine ruzie of iets naars dat je overkwam op straat, zal het natuurlijk niet zo lang duren om je daar overheen te zetten. Maar soms is het een pak moeilijker. Wat het ook is, meestal willen we liefst zo snel mogelijk van eender welk onaangenaam gevoel vanaf. En toch moeten we leren om het daadwerkelijk te doorvoelen en te zeggen dat het er mag zijn. Hoe veel keer we dat ook moeten herhalen.

Dat proces vraagt dikwijls extra hulp of ondersteuning, en het is zo belangrijk dat we die zoeken. Want bij intense emoties zoals pijn of verdriet, kan het soms jaren duren, vooraleer we ze kunnen aankijken en omarmen. Dat heb ik althans zo ervaren. Het is een enorme oefening in geduld, zachtheid en vertrouwen. Maar uiteindelijk komt de vierde stap: het moment waarop je voelt dat er weer wat grond onder je voeten komt. Het moment waarop je aanvaardt dat die situatie heeft plaatsgehad in je leven. Dat je er misschien ook iets uit hebt geleerd. Dat het jou, ondanks alle pijn, nóg meer jezelf maakt dan ervoor. En dan komt er een eerste golf van rust, die zachtjesaan in volume zal toenemen. Je begint te beseffen dat je er nog bent en dat er een manier is om verder te kunnen. Ook al zal je leven misschien nooit meer hetzelfde zijn.

Wat overblijft

Manu Keirse schreef ooit: “Rouwen staat niet gelijk aan afscheid nemen, maar aan anders leren vasthouden”. En dat is exact wat er gebeurt, wanneer je een situatie leert omarmen. Wat overblijft, is niet het feit dat je die ervaring nu uit je leven kan schrappen. Wat overblijft, is een nieuwe verbinding. Een nieuwe verhouding tot wat er is gebeurd, en hoe jij ernaar kijkt. Je creëert als het ware een andere herinnering: een die je met zachtheid kan meedragen in je leven. Een waar je met liefde naar kan kijken, in plaats van alleen maar met pijn of angst of verdriet. Een herinnering die je verrijkt in je verdere leven (op welke manier dan ook), in plaats van een die je alleen maar naar beneden haalt en overspoelt.

Het kan soms jaren duren vooraleer je voelt dat je op een andere manier naar een situatie kan kijken. Ik kan het nu stilaan bij het verlies van mijn broer. Maar het tijdstip is niet zo belangrijk. Het belangrijkste is om te weten dat het kán. Het is een geloof dat ons kan versterken en weer hoop geeft. Net omdat je diep vanbinnen weet dat, wanneer de tijd er rijp voor is, ook jij kan kiezen om te omarmen in plaats van weg te duwen. Misschien met kleine beetjes. En misschien met heel veel hulp. Maar met alle liefde die je in je draagt. Met het omarmen van de situatie komt het loslaten vanzelf. En dát loslaten is niet het achterlaten, maar het koesteren, het eren, het dankbaar zijn voor wat er is geweest en de lessen die het heeft gebracht. Dat is de basis waarmee je verder kan. Dat is wat overblijft. Geen gapende leegte, maar een met liefde omhulde gedenkplaats. Waar die zich ook maar bevindt…


Verwonderd zijn

Sinds kort ontvangen wij wekelijks een bio groentenpakket uit de velden van Anderlecht. Ik weet niet of veel mensen onze streek kennen, maar wij wonen dus én in Brussel én op het platteland 🙂 Als ik dagelijks door de velden naar mijn werk wandel, zie ik soms de stadsboeren aan de slag. Ze plukken de groenten die enkele dagen later aan mijn deur geleverd zullen worden. Elke keer zijn ze met zorg schoongemaakt en gebundeld. Niet met industriële machines, maar met de blote hand. Wanneer ik naar de lieflijke bundeltjes sla en peterselie kijk, kan ik soms echt het geduld en de toewijding van de telers voelen. Elk blaadje is zorgvuldig uitgekozen en in het bundeltje geschikt. Net zoals bij een bloemenboeket.

Hier is geen extra schakel in de keten: de boer die op de velden zwoegt, is dezelfde boer die het groentenpakket aan mij levert. Dit persoonlijke contact schept een band en maakt me nóg bewuster van zijn werk. Ik ben blij dat ik hen steun en ergens voel ik me ook dankbaar dat ik die mand elke week in ontvangst mág nemen. Het maakt me op één of andere manier nederig. Natuurlijk levert hij ons voedsel en betalen wij daarvoor, maar toch is het meer dan dat. We krijgen er elke week een portie liefde, toewijding en verwondering bij. Ik aanschouw die dappere blaadjes, wortels en knolletjes die het allemaal tot groente hebben geschopt. En ik vraag me af: voel ik hier nu meer bij dan wanneer ik in de supermarkt koop? En wat zegt dat dan over ons gevoel van verwondering?

Mijn ingrediënten van verwondering

Als ik naar mijn ‘supermarkt vs. bioboer’ beleving kijk, zijn er een paar elementen die het verschil maken. Drie om precies te zijn. Ik noem ze mijn ingrediënten van verwondering. De eerste is tijd. In een supermarkt neem ik zelden of nooit de tijd om fruit of groenten te bestuderen. Hen eens wat langer vasthouden, hun vorm voelen, nieuwsgierig zijn naar hun ‘bestaan’. Het is alsof de supermarkt daar niet de juiste plaats voor is. Alsof ik daar veel moeilijker kan stilstaan en vertragen. Thuis ontvang ik mijn groentenpakket elke donderdag, en het eerste wat ik doe is de tijd nemen om mijn nieuwe oogst te observeren. Misschien speelt het ook een rol dat ik die groenten niet zelf heb uitgekozen, wat de verrassing nog wat groter maakt. Maar op zich maken alleen al de paar minuten die ik uitrek om ze te bestuderen, een groot verschil in mijn verwondering.

Het tweede ingrediënt is verbondenheid. Het feit dat ik de velden zie waar al die groenten groeien én ook de mensen ontmoet die erin werken, maakt dat mijn aankoopervaring plots veel concreter wordt. Ik kan mij ermee verbinden en er iets bij voelen. Zoals sympathie, begrip voor hun werkomstandigheden, dankbaarheid, liefde, fierheid, enz. Ik kan me in de plaats stellen van de boer en me inbeelden hoe het zou zijn als ik zijn werk zou doen. Maar evengoed kan ik ook stoppen bij een slak op straat of een boom in het park en mij daarmee verbinden. Net als ik zijn zij levende wezens en kunnen ze mij verwonderen. Want die slak gaat zo heerlijk traag door het leven. En de boom is zo sterk dat hij alle stormen trotseert en tegelijkertijd helpt hij solidair zijn soortgenoten.

Verbinding gaat over empathie. En over liefde. Maar het is niet zo eenvoudig om altijd met alles en iedereen in verbinding te blijven. Ik geloof dat de veelheid aan informatie en prikkels die we dagelijks ontvangen daar een grote rol in speelt. Het is dikwijls té veel en té snel. We hebben geen tijd om overal bij stil te staan. Maar wat als we ons verwonderingsgehalte een duwtje in de rug geven en proberen om wat selectiever te worden? Selectiever in de informatie die we dagelijks laten binnensijpelen, in de aankopen die we doen en in het aantal mensen aan wie we aandacht schenken? Dan kiezen we bewuster wanneer, hoe en met wat of wie we in verbinding gaan. We kunnen bv. 2 goeie artikels écht lezen, een kaartje sturen naar iemand die ons lief is of enkel die boodschappen doen die we écht nodig hebben. Wanneer we ‘en plus’ lokaal kopen, kennen we ook veel sneller de schakels én de gezichten achter het product. Zoals de lieve boerin waar ik mijn eitjes bij haal en telkens een praatje mee sla. Hoe meer we ons openen en verbinden, hoe meer onze verwondering wordt gestimuleerd. Want meestal ligt ze gewoon om de hoek. Misschien zelfs nog meer dan aan de andere kant van de wereld…

Nieuwsgierigheid is mijn laatste ingrediënt van verwondering. Ik weet niet hoe ze het doen, maar in de supermarkt ziet elke tomaat, wortel of komkommer er hetzelfde uit. In mijn groentenmand is geen enkele wortel even lang of even dik. Sommige zijn zelfs zo bizar van vorm dat ik me afvraag wat ze onder de grond allemaal hebben uitgespookt om het tot zo’n kronkelende wortel te hebben geschopt. Ik noem dat nieuwsgierigheid, maar het is misschien tegelijkertijd ook mijn fantasie die me helpt verwonderen…In ieder geval, ik denk dat je mijn punt wel begrijpt. Al die verschillen, in kleur, vorm en gestalte, kunnen ons nieuwsgierig(er) maken. Zullen we dat ook in het achterhoofd houden wanneer het over mensen gaat?

Het bloempje dat zich tussen twee straatstenen murwt

Het is gek hoe we dikwijls veel geld of tijd (willen) uitgeven om verwonderd te worden. Het is alsof elke ervaring steeds groter en straffer en exclusiever moet zijn om dat gevoel te bereiken. Maar wat als we het gewoon eens hier en nu eens proberen met deze 3 ingrediënten? Beeld je bijvoorbeeld in dat je straks de deur uitgaat, tien passen zet, tot stilstand komt en een paar minuten je ogen sluit. Je luistert, je verbindt je met de plek waar je staat en met alles wat jou op dat moment omringt. En dan open je je ogen.

Wat zie je? Wat voel je? Is er iets dat je nog nooit hebt gezien? Of iets dat heel natuurlijk je aandacht trekt? Bij mij zijn dat dikwijls madeliefjes in een grasveld. Of een bloempje dat zich dapper tussen twee straatstenen murwt. Of het horen van de wind tussen de bomen. Er is echt zoveel dat ons kan verwonderen. Als we maar even de tijd nemen ons ervoor te openen. En te beseffen dat we dat gevoel echt zelf kunnen opwekken, zoveel we maar willen. Het zijn niet per se de (uiterlijke) omstandigheden die dat doen voor ons. We zijn in staat om een wonder te maken van alles wat we zien.

Ik bevestig mijn groentenpakket voor de komende week en vraag me in godsnaam af wat ‘mizuna’ en ‘laitue’ betekenen. Naast de groenten blijft ook de Franse vocabulaire mij intrigeren. Elke dag een beetje ‘verwonderen’, het is (één van) de sleutels tot een groter geluksgevoel. Daar ben ik van overtuigd. Het brengt zelfs ook wat extra spanning in onze vele routines. Wie weet welke onverwachte ontdekkingen liggen er plots dagelijks op ons te wachten… En dat allemaal met een beetje tijd, verbondenheid en nieuwsgierigheid.


De zelfliefdetocht

Ik discussieer graag met de oudste dochter van mijn lief. We filosoferen over van alles en nog wat, maar meestal over diepmenselijke thema’s en de zin van het leven. Lea is 19. Een goedlachse meid die krachtig in het leven staat en volop van het leven geniet. Sommige van haar vrienden echter, hebben het moeilijk. Zonder in details te treden, vertelt ze af en toe over hun negatieve gedachten, de sombere gevoelens die hen bezwaren, en de worstelingen die ze hebben met zichzelf.

Overlaatst vroeg ze me: “Eve, heeft het eigenlijk wel zin als we als mens zo diep graven in onszelf? Ik zie zoveel van mijn vrienden lijden en zoeken, en ondertussen gaan er zoveel mooie momenten aan hen voorbij. Ik weet eigenlijk niet of ze daar wel beter van worden. Soms zitten ze na een tijdje precies nog meer vast!” Ik keek naar haar en glimlachte. “Een goeie vraag”, antwoordde ik, “maar ik denk dat er wel een betekenis is.”

Iedereen blij

Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat één van de belangrijkste dingen in het leven is, dat je je goed kan voelen bij jezelf. Dat je leert om fijn bij jezelf te zijn. Om jezelf liefde en geborgenheid te schenken. Om momenten van geluk te ervaren en de schoonheid van het leven te zien, ook al dient die zich op heel verschillende manieren aan. Lea vindt het gemakkelijk om toegang te hebben tot zulke gevoelens. Ze is positief ingesteld, groeide op in een warm nest, heeft vele talenten kunnen ontwikkelen en is omringd door een hechte groep vrienden.

Ze is zich daar sterk van bewust en ze weet ook goed dat we niet allemaal evenveel geluk hebben. Ze zou gewoon het liefste willen dat iedereen rondom haar blij is en kan genieten van het leven. Zoals zij. “Iedereen wil dat ook wel”, zei ik haar, “maar voor vele mensen zijn er al heel wat obstakels in hun leven gepasseerd, waardoor ze zich (tijdelijk) niet meer goed voelen bij zichzelf. Voor hen begint er dan een nieuwe zoektocht. Een van opnieuw zelfliefde vinden.”

Liefde onderbroken

Als we geboren worden, dragen we alle wijsheid en tools die we nodig hebben om op pad te gaan in het leven, in ons. We zijn ongeschonden en kunnen beginnen aan het grote avontuur. Maar al snel wordt ons de ruimte ontnomen om ons vrij te ontwikkelen tot het unieke schepsel dat we zijn. School, gezin en cultuur kneden ons, zowel bewust als onbewust, tot jongens en meisjes die aan allerlei normen en voorwaarden moeten voldoen. Daarnaast zijn de mate van liefde die we kennen en het aantal tegenslagen die we ervaren cruciaal tijdens onze ontwikkeling. Een kind dat amper liefde heeft gekend, zal het moeilijk hebben om op latere leeftijd liefde te cultiveren voor zichzelf. Ikzelf heb wel liefde gekend, maar toen mijn moeder stierf op 2,5 jarige leeftijd, verloor ik even snel het vertrouwen erin. Van de ene dag op de andere werd de wereld een beangstigende en onveilige plek. Ook al ervoer ik dat niet bewust, het litteken was ontstaan. En een grote muur voltrok zich rond mijn hart.

Er zijn zovele gebeurtenissen doorheen een mensenleven die de natuurlijke, veilige en warme stroom van liefde (plots) onderbreken. Denk maar aan relatiebreuken, vriendschappen die op de klippen lopen, verlieservaringen, misbruik of geweld. Soms zijn die gebeurtenissen zo traumatiserend dat we niet anders kunnen dan ze heel diep wegsteken en ze voor vele jaren niet meer herinneren. Soms weten we er wel nog iets van maar voelen we er gewoon niks meer bij.

Al die jaren kunnen we onszelf geen liefde en veiligheid schenken. Ons hart werd geraakt, de verbinding verbroken. Tot er op een dag toevallig (of minder toevallig) terug herinneringen naar boven komen. Dan krijgen we plots de keuze om die moeilijke gebeurtenissen terug aan te kijken en een nieuwe plaats te geven in ons leven. Dat is het moment dat we beginnen te graven en willen begrijpen welke impact sommige zaken op ons gedrag en onze ontwikkeling hebben gehad.

“Is dat dan echt noodzakelijk om te doen?”, hoor ik Lea vragen. “Wel, mijn liefste Lea, ik geloof van wel. Er zijn natuurlijk heel wat mensen die door het leven gaan zonder te beginnen wroeten in zichzelf. Misschien zijn dat mensen zoals jij, die daar op dit moment niet echt een reden voor hebben, omdat zij zich veilig voelen en zichzelf liefde kunnen schenken. Maar soms zijn dat mensen die wel oude pijnen en kwetsuren meedragen, maar er niet naar willen kijken, uit angst, onmacht, weerstand enzovoort. Deze mensen voelen zich tot op een bepaalde hoogte ook ‘goed’. Maar in het diepste van hun ‘zijn’ knaagt er iets. En meestal proberen ze dat te negeren of in te vullen met allerlei afleidingen uit de buitenwereld. Alleen gaat dat knagend gevoel niet weg. Want er is maar één ding dat dat kan wegnemen: de liefde die ze er zelf aan geven.”

Onze muren slopen

Als we echt van onszelf willen houden, onvoorwaardelijk, zoals een moeder dat (soms) doet, dan kunnen we niet anders dan de weg naar ons hart (terug) vrij maken. Dan wordt het een ware opdracht om de muren die met de tijd rondom ons hart zijn gebouwd, terug te slopen. Steen voor steen. Die muren hadden destijds een belangrijke functie. Ze beschermden ons en hielpen ons te overleven en verder te ontwikkelen toen dat nodig was. Maar op een bepaald moment zijn we sterk genoeg om ze aan te kijken. En misschien doe je dat dan ook. Omdat je voelt dat je eigenlijk niks liever wil dan thuiskomen bij jezelf. En rust en zachtheid vinden.

De tocht die dan volgt, dwars doorheen de trauma’s en de kwetsuren die we hebben opgelopen, is lang en vermoeiend. Ook ik heb hem meerdere malen bewandeld. Maar met wat geluk vind je op de juiste momenten de steun die je nodig hebt om net dat stapje verder te zetten. Steun in je partner of in een goeie vriend, in een betrouwbare therapeut, in teksten die je leest of gemeenschappen waarin je terechtkomt. Het is belangrijk om alle emoties die binnenin je leven te begrijpen en te doorvoelen. Door ze te begrijpen, krijgen we er mentaal vat op. En door ze te doorvoelen, kunnen we ze opnieuw verwelkomen en dit keer wel laten bestaan. Er valt heel veel over te schrijven, maar uiteindelijk is ieders pad daarin heel persoonlijk Het belangrijkste is dat we terug contact leren maken met ons hart en de gekwetste delen in ons terug omarmen. Dan kan er terug liefde stromen.

Zo binnen, zo buiten

Als we geen toegang hebben tot ons hart, kunnen we onszelf niet vinden. En ook al is de weg ernaartoe geen makkie -wanneer hij met vele obstakels is bezaaid-, ik vind het nog steeds de mooiste tocht die er bestaat. Zelfliefde is de sleutel tot meer verbondenheid in de wereld. Wat we uitstralen naar buiten, begint vanbinnen. Als we zachter worden voor onszelf, worden we dat ook voor een ander. En als we onszelf liefde leren geven, zullen we het gemis ervan minder buiten onszelf moeten invullen.

En ja, het leven is druk en er is zoveel om van te proeven. Maar als we kunnen leven vanuit liefde, dan wordt het nog gemakkelijker om keuzes te maken en om voluit van alle ervaringen te genieten. Lieve Lea, ik wens het je toe dat je nooit diep moet wroeten. Maar als het leven je toch die uitdagingen zal brengen op je pad, weet dan dat de tocht betekenis heeft. En dat je altijd weer kan thuiskomen bij jezelf. Ook al was je de weg even kwijt. Zoals je dierbare vrienden.